Waarom heeft natriumchloride een lage oplosbaarheid in ethanol?

Natriumchloride, NaCl, is een ionische verbinding, wat betekent dat het bestaat uit positief geladen ionen (kationen) en negatief geladen ionen (anionen). In het geval van NaCl is het kation natrium, Na+, en het anion is chloride, Cl-. Ethanol daarentegen is een polaire moleculaire verbinding, wat betekent dat de moleculen aan de ene kant een gedeeltelijk positieve lading hebben en aan de andere kant een gedeeltelijk negatieve lading.

Wanneer natriumchloride in water wordt opgelost, omringen de watermoleculen de ionen en scheiden ze van elkaar, waardoor een oplossing ontstaat. Dit proces wordt ionisatie genoemd. Ethanol is echter niet zo goed in het ioniseren van natriumchloride als water, omdat ethanolmoleculen niet zo polair zijn als watermoleculen. Dit betekent dat ethanolmoleculen de ionen niet zo effectief omringen als watermoleculen, en dat de ionen dichter bij elkaar blijven. Als gevolg hiervan heeft natriumchloride een lage oplosbaarheid in ethanol.

Bovendien worden de natrium- en chloride-ionen in NaCl sterk door elkaar aangetrokken, waardoor ze moeilijk door ethanolmoleculen kunnen worden gescheiden. Deze sterke aantrekkingskracht tussen de ionen draagt ​​ook bij aan de lage oplosbaarheid van NaCl in ethanol.