Hoe gebruik je gourmet in een zin?

1. De chef-kok bereidde een gastronomisch feestmaal voor de gasten.

2. Het restaurant serveert gastronomische gerechten tegen betaalbare prijzen.

3. Ze heeft een voorliefde voor gastronomisch eten en wijn.

4. De plaatselijke gastronomische winkel biedt een grote verscheidenheid aan kazen en vleeswaren.

5. De gastronomische chocoladetruffel was een heerlijke traktatie.