Wat hebben de twee moleculen (fructose en glucose) gemeen?

Structurele overeenkomsten:

1. Hexoses: Zowel fructose als glucose zijn hexosen, wat betekent dat ze zes koolstofatomen in hun moleculaire structuur bevatten.

2. Carbonylgroep: Ze hebben allebei een carbonylgroep, die bestaat uit een koolstofatoom dat dubbel gebonden is aan een zuurstofatoom (C=O). In glucose bevindt de carbonylgroep zich op het eerste koolstofatoom (C1) en vormt een functionele aldehydegroep, terwijl deze zich in fructose op het tweede koolstofatoom (C2) bevindt en een keto-functionele groep vormt.

3. Hydroxylgroepen: Beide moleculen bevatten meerdere hydroxylgroepen (-OH). Glucose heeft vier hydroxylgroepen, terwijl fructose er vijf heeft. Deze hydroxylgroepen dragen bij aan de polariteit en oplosbaarheid van deze suikers in water.

4. Cyclische structuren: In waterige oplossingen komen zowel fructose als glucose voornamelijk voor in cyclische vormen in plaats van in hun lineaire vormen met open keten. Deze cyclische structuren worden gevormd door de reactie van de carbonylgroep met een hydroxylgroep binnen hetzelfde molecuul, resulterend in de vorming van een hemiacetaalring (in het geval van glucose) of een hemiketaalring (in het geval van fructose).

Functionele groepsverschillen:

1. Aldehyde versus Keto: Het belangrijkste verschil tussen glucose en fructose ligt in hun functionele groepen. Glucose is een aldosesuiker, wat betekent dat het een aldehydegroep (-CHO) op het eerste koolstofatoom bevat. Fructose daarentegen is een ketosesuiker, omdat het een ketogroep (=O) op zijn tweede koolstofatoom heeft.

Smaak en zoetheid:

Fructose is zoeter dan glucose. Door de aanwezigheid van de ketogroep in fructose kan het uitgebreidere waterstofbruggen vormen met watermoleculen, waardoor de interactie met smaakreceptoren op de tong wordt verminderd, wat leidt tot een zoetere perceptie.

Over het algemeen delen fructose en glucose structurele overeenkomsten als hexosen met hydroxylgroepen en cyclische structuren. Ze verschillen echter in hun functionele groepen, waarbij glucose een aldose is en fructose een ketose, wat hun zoetheid en interactie met smaakreceptoren beïnvloedt.