Lijstindeling van vissen op basis van morfologie en habitat?

Op basis van morfologie kunnen vissen in verschillende groepen worden ingedeeld. Hier zijn enkele veel voorkomende classificaties:

1. Beenvissen versus kraakbeenvissen:

- Beenvissen (Osteichthyes):Deze vissen hebben benige skeletten, waaronder de meest voorkomende vissen zoals tonijn, zalm en baars.

- Kraakbeenvissen (Chondrichthyes):Deze vissen hebben kraakbeenachtige skeletten, waaronder haaien, roggen en schaatsen.

2. Lichaamsvorm:

- Platvissen:Vissoorten met afgeplatte lichamen die op de oceaanbodem leven, zoals bot en heilbot.

- Ronde vis:Vissen met een rond of ovaal lichaam, waaronder tonijn, makreel en de meeste soorten baars.

- Langwerpige vissen:Vissen met lange en slanke lichamen, zoals palingen, zeeslangen en sommige soorten zeenaalden.

3. Vinstructuur:

- Ray-vinned Fish (Actinopterygii):Deze vissen hebben vinnen die worden ondersteund door benige roggen, waaronder de meeste vissoorten, zoals baars, forel en goudvissen.

- Kwabvinvissen (Sarcopterygii):Deze vissen hebben vlezige vinnen ondersteund door een centraal bot, waaronder longvissen en coelacanthen.

4. Kaakstructuur:

- Kaakloze vis (Agnatha):Vissen zonder kaken, zoals slijmprikken en prikken.

- Jawed Fish (Gnathostomata):Vissen met kaken, inclusief alle andere vissoorten.

Op basis van hun habitat kunnen vissen worden ingedeeld in brede categorieën:

1. Zoetwatervis:

- Soorten die hun hele leven in zoetwaterhabitats doorbrengen, zoals rivieren, meren en vijvers. Voorbeelden hiervan zijn forel, meerval en baars.

2. Zeevissen:

- Soorten die in zoutwaterhabitats leven, zoals oceanen en zeeën. Voorbeelden hiervan zijn tonijn, haaien en zeebaars.

3. Brakwatervissen:

- Soorten die zowel zout- als zoetwateromgevingen kunnen verdragen en doorgaans in estuaria of brakwaterhabitats leven. Voorbeelden hiervan zijn gestreepte baars, bot en schapenkop.

4. Anadrome vissen:

- Soorten die van de oceaan naar zoetwaterrivieren en -stromen migreren om zich voort te planten en in elke omgeving verschillende levensfasen doorbrengen. Voorbeelden hiervan zijn zalm en forel.

5. Catadrome vis:

- Soorten die vanuit zoetwaterrivieren en beken naar de oceaan migreren om zich voort te planten en in elke omgeving verschillende levensfasen doorbrengen. Voorbeelden hiervan zijn paling en grondels.

6. Diepzeevis:

- Soorten die in de diepe oceaan leven, waar zonlicht niet doordringt. Veel van deze vissen hebben zich aangepast aan extreme omstandigheden, zoals hoge druk en duisternis. Voorbeelden hiervan zijn zeeduivel en fangtooth.

Deze classificaties geven een algemeen overzicht van de diverse groepen vissen op basis van morfologische kenmerken en habitatvoorkeuren.