Hoe controleren vissen hun dichtheid in water om te zinken of te drijven?

Vissen hebben geen controle over hun dichtheid in water om te zinken of te drijven. Vissen behouden een neutraal drijfvermogen door hun zwemblaas aan te passen, een inwendig orgaan gevuld met gas. Door het gasvolume in hun zwemblaas te regelen, kunnen vissen hun algehele dichtheid afstemmen op die van het omringende water, waardoor ze op elke diepte kunnen blijven hangen zonder actief te zwemmen.