Waarom migreert zalm?

Pacifische zalmsoorten (Oncorhynchus spp.) zijn anadrome vissen, wat betekent dat ze tijdens hun leven uitgebreide migraties ondernemen tussen zoet- en zoutwateromgevingen. Deze migratie is essentieel voor hun overleving en voortplanting. De belangrijkste redenen waarom zalm migreren zijn:

Paaien:Zalmen migreren van de oceaan naar hun zoetwatergeboorteplaats om te paaien en zich voort te planten. Ze keren terug naar dezelfde rivier of stroom waar ze geboren zijn, zelfs als ze duizenden kilometers over de open oceaan hebben gereisd. Dit thuisinstinct wordt veroorzaakt door verschillende omgevingsfactoren, zoals de watertemperatuur, geur en magnetische velden.

Zoetwaterhabitat: Zalm paait het liefst in schoon, koud en goed zuurstofrijk water, dat doorgaans voorkomt in zoetwaterrivieren en beken. Deze omstandigheden bieden een geschikte omgeving waarin hun eieren zich met succes kunnen ontwikkelen en uitkomen.

Beschikbaarheid van voedingsstoffen: Zalm haalt de meeste voedingsstoffen uit de oceaan. Zoetwaterrivieren en -beken zijn echter rijk aan voedingsstoffen, zoals stikstof en fosfor, die een overvloedig planten- en insectenleven ondersteunen. Deze voedingsstoffen zijn essentieel voor de zalm om energiereserves op te bouwen voor hun lange trek en om eieren te produceren.

Vermijden van roofdieren: De open oceaan wemelt van roofdieren, waaronder zeezoogdieren, haaien en andere grote vissen, die een constante bedreiging vormen voor zalm. Door naar zoetwaterhabitats te migreren, kan zalm het risico op predatie verminderen en zijn overlevingskansen vergroten.

Concurrentie om hulpbronnen: Zalm wordt geconfronteerd met concurrentie om voedsel en leefgebied van andere vissoorten in de oceaan. Door naar zoet water te migreren, kunnen ze deze concurrentie vermijden en toegang krijgen tot overvloedige voedselbronnen in de rivieren en beken.

Levenscyclus: De migratie van zalm is een cruciaal onderdeel van hun levenscyclus en waarborgt de voortzetting van hun soort. Na het paaien sterft de volwassen zalm doorgaans, maar hun nakomelingen blijven een tijdje in zoet water voordat ze ook naar de oceaan migreren om zich te voeden en te groeien.

Het is belangrijk op te merken dat verschillende zalmsoorten variaties hebben in hun migratiepatronen en habitats. Sommige soorten, zoals de Chinook-zalm (O. tshawytscha), ondernemen langere migraties over grote afstanden, terwijl andere, zoals de Coho-zalm (O. kisutch), kortere migraties binnen stroomgebieden aan de kust afleggen.