Hoe wordt warmte overgedragen?

Er zijn drie belangrijke mechanismen voor warmteoverdracht:

* Geleiding is de overdracht van warmte-energie tussen twee objecten die fysiek contact maken. Wanneer u bijvoorbeeld een hete kachel aanraakt, wordt de warmte van de kachel via geleiding naar uw hand overgebracht. De snelheid van de warmtegeleiding hangt af van het temperatuurverschil tussen de objecten, het contactoppervlak en het materiaal van de objecten.

* Convectie is de overdracht van warmte-energie door de beweging van een vloeistof. Wanneer u bijvoorbeeld water kookt, wordt de warmte van de bodem van de pot via convectie aan het water overgedragen. Het verwarmde water stijgt naar de bovenkant van de pot en wordt vervangen door koeler water van de bodem. Dit proces gaat door totdat al het water is verwarmd. De snelheid van de warmteconvectie hangt af van het temperatuurverschil tussen de vloeistof en de omringende omgeving, de dichtheid van de vloeistof en de snelheid van de vloeistofstroom.

* Straling is de overdracht van warmte-energie via elektromagnetische golven. Warmte van de zon wordt bijvoorbeeld via straling naar de aarde overgedragen. De snelheid van de warmtestraling hangt af van de temperatuur van het object, de emissiviteit van het object en de afstand tussen het object en de omgeving.

In de meeste praktijksituaties wordt warmte overgedragen door een combinatie van geleiding, convectie en straling. Wanneer u bijvoorbeeld een ruimteverwarming inschakelt, wordt de warmte van de verwarming door convectie en straling aan de lucht overgedragen. De verwarmde lucht draagt ​​vervolgens via geleiding warmte over aan de voorwerpen in de ruimte.