Hoe zwemt een garnaal?

Een garnaal gebruikt zijn pleopoden (zwemmers) en uropoden (staartwaaier) om te zwemmen. Pleopoden bevinden zich aan de onderkant van de buik van de garnaal en worden gebruikt voor voorwaarts en achterwaarts zwemmen. De uropoden bevinden zich aan het uiteinde van de staart van de garnaal en worden gebruikt voor besturing en evenwicht.

Om vooruit te zwemmen, klapt een garnaal met zijn pleopoden naar achteren. Hierdoor wordt het water naar achteren geduwd en worden de garnalen vooruit gedreven. Om achteruit te zwemmen, flappert een garnaal met zijn pleopoden in voorwaartse richting. Hierdoor wordt het water naar voren geduwd en de garnalen achteruit gedreven.

De uropoden worden gebruikt voor besturing en balans. Wanneer een garnaal wil draaien, gebruikt hij zijn uropoden om in de tegenovergestelde richting van de bocht tegen het water te duwen. Hierdoor zullen de garnalen gaan draaien. De uropoden worden ook gebruikt voor het evenwicht. Wanneer een garnaal zwemt, gebruikt hij zijn uropoden om zijn evenwicht te bewaren.

Garnalen zijn zeer efficiënte zwemmers. Ze kunnen vooruit of achteruit zwemmen met snelheden tot 2 mijl per uur. Ze kunnen ook heel snel draaien en door krappe ruimtes manoeuvreren.