Waarom geven we de voorkeur aan snelkookpannen in heuvelstations voor het koken van rijstpulsen, gram enz.?

Het kookpunt van water neemt af met de hoogte. Dit komt omdat de atmosferische druk op grotere hoogten lager is, waardoor er minder druk is die op de watermoleculen drukt en ze in vloeibare toestand houdt. Op zeeniveau kookt water bij 100 graden Celsius (212 graden Fahrenheit). In een heuvelstation op een hoogte van 2.000 meter (6.500 voet) kookt het water echter slechts bij 93 graden Celsius (199 graden Fahrenheit).

Dit verschil in kookpunt kan een aanzienlijke invloed hebben op de kooktijden. Rijst die op zeeniveau in 15 minuten kookt, kan bijvoorbeeld 20 minuten of langer nodig hebben om in een heuvelstation te koken. Op dezelfde manier kan het koken van peulvruchten en grammen die op zeeniveau in 30 minuten worden gekookt, in een bergstation 45 minuten of langer duren.

Snelkookpannen kunnen de kooktijden helpen versnellen door het kookpunt van water te verhogen. Dit komt omdat de druk in een snelkookpan hoger is dan de atmosferische druk buiten, waardoor de watermoleculen dichter bij elkaar worden geduwd en bij een hogere temperatuur in vloeibare toestand worden gehouden. Als gevolg hiervan kookt voedsel sneller in een snelkookpan.

Bovendien kunnen snelkookpannen helpen voedingsstoffen in voedsel vast te houden. Dit komt omdat de hoge druk in een snelkookpan helpt de celwanden van voedsel af te breken, waardoor voedingsstoffen vrijkomen die anders verloren zouden gaan in het kookwater.

Om deze redenen zijn snelkookpannen een voorkeursmethode voor het koken van rijst, peulvruchten en grammen in heuvelstations.