Hoe blijven koeien melk produceren?

Koeien blijven melk produceren dankzij de hormonale controle van de lactatie, het proces van melkproductie bij zoogdieren. Het belangrijkste hormoon dat betrokken is bij de borstvoeding is prolactine, dat wordt geproduceerd door de hypofyse.

1. Afkalven: De geboorte van een kalf veroorzaakt hormonale veranderingen in het lichaam van de koe, wat leidt tot het begin van de lactatie.

2. Prolactineafgifte: Na het afkalven nemen de niveaus van prolactine aanzienlijk toe. Prolactine stimuleert de borstklieren in de uier van de koe om melk te produceren.

3. Oxytocineafgifte: Oxytocine is een ander belangrijk hormoon dat betrokken is bij de borstvoeding. Het helpt bij het uitwerpen of "in de steek laten" van melk uit de uier tijdens het melken. Bij het zogen of tijdens het melken komt oxytocine vrij, waardoor de melkspuitreflex ontstaat.

4. De rol van het zogen of melken: De fysieke stimulatie van de uier tijdens het zogen of melken verhoogt de afgifte van oxytocine en prolactine verder, waardoor de melkproductie wordt bevorderd.

5. Voedingsfactoren: Koeien hebben een uitgebalanceerd dieet nodig met voldoende voeding om de melkproductie te ondersteunen. Dit omvat een combinatie van hoogwaardig ruwvoer, granen en supplementen om de nodige energie, eiwitten, vitamines en mineralen te leveren.

6. Melkverwijdering: Regelmatige en efficiënte melkafname is cruciaal voor het op peil houden van de lactatie en het stimuleren van de koe om meer melk te produceren. Dit wordt doorgaans bereikt door middel van melkmachines op melkveebedrijven.

7. Genetische selectie: Melkkoeien worden vaak selectief gefokt op hun melkvermogen en melkproductie-eigenschappen. Genetica speelt een rol bij het bepalen van het melkpotentieel en de melksamenstelling van een koe.

8. Comfort en omgeving: Koeien die goed worden verzorgd en een comfortabele omgeving hebben, hebben een grotere kans om efficiënt melk te produceren en de lactatie op peil te houden. Factoren zoals goede huisvesting, sanitaire voorzieningen en stressvermindering dragen bij aan een optimale melkproductie.

Door deze factoren te combineren en de nodige zorg en management te bieden, kunnen melkveehouders de melkproductie van koeien ondersteunen gedurende hun lactatieperiode, die doorgaans enkele maanden na het afkalven duurt.