Waarom zijn er minder tertiaire consumenten dan secundaire consumenten?

Het aantal individuen op elk trofisch niveau neemt af naarmate je hogerop in de voedselketen werkt. Dit fenomeen, een ecologische piramide genoemd, is te wijten aan het feit dat een aanzienlijk deel van de energie op elk trofisch niveau verloren gaat als warmte. Dit betekent dat er minder energie beschikbaar is om de organismen op het volgende trofische niveau te ondersteunen. Als gevolg hiervan zijn er doorgaans minder tertiaire consumenten dan secundaire consumenten, en zelfs minder quartaire consumenten.

Om dit te illustreren, overweeg de volgende vereenvoudigde voedselketen:

Gras → Sprinkhaan → Vogel → Havik

In deze voedselketen produceert het gras energie door middel van fotosynthese. De sprinkhaan eet het gras en een deel van de energie uit het gras wordt overgedragen op de sprinkhaan. De vogel eet dan de sprinkhaan, en een deel van de energie van de sprinkhaan wordt overgedragen op de vogel. Ten slotte eet de havik de vogel op, en een deel van de energie van de vogel wordt overgedragen op de havik.

Bij elke stap in deze voedselketen gaat een aanzienlijk deel van de energie verloren als warmte. Dit komt doordat de organismen op elk trofisch niveau een deel van de energie die ze verbruiken gebruiken om hun eigen lichaam in stand te houden, en de rest verloren gaat als warmte. Als gevolg hiervan is er minder energie beschikbaar om de organismen op het volgende trofische niveau te ondersteunen.

Dit is de reden waarom er doorgaans minder tertiaire consumenten zijn dan secundaire consumenten, en zelfs minder quartaire consumenten. Hoe verder je hogerop in de voedselketen komt, hoe minder energie er beschikbaar is en hoe minder organismen kunnen overleven.