Welke producten werden vóór 1900 vanuit Latijns-Amerika geëxporteerd?

Vóór de 20e eeuw exporteerde Latijns-Amerika voornamelijk grondstoffen zoals landbouwproducten, edele metalen en mineralen, vanwege het rijke karakter en de koloniale invloeden. Hier zijn enkele van de belangrijkste exportproducten uit verschillende regio’s van Latijns-Amerika:

1. Midden-Amerika :Primaire producten voor de export waren onder meer koffie (bijvoorbeeld uit El Salvador, Guatemala), cacao, indigo (Guatemala, El Salvador), cochenillekleurstof (Guatemala), tropisch fruit en hardhout.

2. Zuid-Amerika :De dominante export varieerde per land, maar enkele belangrijke producten waren onder meer:

* Brazilië: Koffie, suiker, tabak en rubber (eind 19e eeuw)

* Venezuela: Koffie, cacao en vee

* Argentinië: Rundvlees, wol, leer, tarwe en maïs (maïs)

* Chili: Zilver, koper, nitraten (voornamelijk uit de Atacama-regio)

* Peru: Zilver, suiker en katoen

* Bolivia: Zilver, tin en koper

* Colombia: Koffie, tabak en goud

* Ecuador: Cacao, koffie en taguanoten (voor knoppen)

3. Caribisch gebied :Suiker was het belangrijkste gewas op de Spaanse, Franse en Britse koloniale eilanden, samen met andere exportproducten zoals koffie (Puerto Rico), rum, melasse en kleurstofproducerende planten (bijvoorbeeld indigo).

Deze producten werden geëxporteerd naar markten in Europa, Noord-Amerika en andere regio's over de hele wereld, wat bijdroeg aan de wereldhandel van die tijd. De exportgerichte economie leidde echter ook vaak tot een afhankelijkheid van specifieke grondstoffen, kwetsbaarheid voor prijsschommelingen en een gebrek aan industriële ontwikkeling in veel Latijns-Amerikaanse landen.