Aten mijnwerkers zeugbuik en bonen?

Zaaibuik en bonen waren in de 19e eeuw gewone kost voor mijnwerkers.

De combinatie van varkensvlees en bonen zorgde voor levensonderhoud en energie, en de bonen leverden essentiële voedingsstoffen zoals eiwitten, vezels en ijzer. Zeugbuik, de vette onderkant van een varken, was een goedkope bron van calorieën en smaak.

Het gerecht werd meestal bereid in grote potten of ketels boven een kampvuur, en de mijnwerkers aten het met brood of maïsbrood. Sowbelly en bonen blijven een populair gerecht in veel delen van de Verenigde Staten, vooral in het zuiden, en worden vaak geassocieerd met de traditionele zuidelijke keuken.