Wat voor voedsel aten middeleeuwse reizende troubadours?

Reizende troubadours leefden tijdens de middeleeuwse periode (ongeveer 5e tot 15e eeuw) meestal van een vrij eenvoudig dieet als ze op reis waren, omdat ze afhankelijk waren van de gastvrijheid van de dorpelingen die ze bezochten voor eten en onderdak. Hier zijn enkele van de meest voorkomende soorten voedsel die troubadours zouden hebben geconsumeerd:

1. Brood:Brood was een hoofdvoedsel in middeleeuws Europa. Troubadours namen vaak gedroogd brood mee op hun reizen en vulden hun maaltijden aan met vers brood als ze dat konden krijgen.

2. Kaas:Kaas was een ander hoofdvoedsel en leverde belangrijke eiwitten en vetten. Het werd vaak met brood meegenomen als draagbare snack.

3. Gedroogd vlees:Om een ​​bron van eiwitten te garanderen, droegen troubadours geconserveerd of gedroogd vlees mee, zoals gezouten of gerookte worstjes, schokkerige en gezouten hammen.

4. Fruit:Wilde bessen, appels en ander lokaal verkrijgbaar fruit werden vaak door troubadours verzameld en geconsumeerd.

5. Groenten:Ze aten lokaal verkrijgbare groenten zoals kool, rapen, wortels en bonen.

6. Wijn en bier:Wijn en bier waren populaire dranken in de middeleeuwen en werden vaak als versnaperingen aan reizigers aangeboden.

7. Stoofschotels en papjes:Als ze geluk hadden, kregen reizende troubadours soms warme stoofschotels of papjes geserveerd, gemaakt met lokale ingrediënten.

Het is belangrijk op te merken dat de voedselopties die beschikbaar zijn voor troubadours sterk variëren, afhankelijk van de regio waar ze doorheen reisden, de tijdsperiode en het transportmiddel dat ze gebruikten. Ze vertrouwden voor het grootste deel op de gastvrijheid en vrijgevigheid van de lokale bevolking die ze onderweg tegenkwamen.