Welk voedsel aten de Capulets in 1590?

Er wordt geen specifieke melding gemaakt van het voedsel dat de Capulets in 1590 aten in het toneelstuk Romeo en Julia van William Shakespeare. Het stuk geeft echter enig inzicht in de culinaire praktijken en voorkeuren gedurende die periode.

Brood: Brood was een hoofdvoedsel voor mensen van alle sociale klassen in het Elizabethaanse tijdperk, en het is waarschijnlijk dat de Capulets, als rijke familie, toegang zouden hebben gehad tot verschillende soorten brood, waaronder witbrood, bruin brood en roggebrood.

Vlees: Vlees was een luxeartikel en een teken van rijkdom, en de Capulets zouden waarschijnlijk verschillende soorten vlees hebben geserveerd tijdens hun banketten en feesten. Veelgebruikt vlees in die tijd was onder meer rundvlees, varkensvlees, schapenvlees (schapenvlees), hertenvlees (hertenvlees) en gevogelte (kip, ganzen, duiven).

Vis: Er werd ook vis geconsumeerd, vooral tijdens de vastentijd en andere religieuze vastenperioden. Veel voorkomende vissoorten waren kabeljauw, haring, zalm en snoek.

Fruit en groenten: Groenten en fruit werden lokaal verbouwd en maakten deel uit van het dieet. Veel voorkomende vruchten waren appels, peren, pruimen, kersen en druiven. Veel voorkomende groenten waren onder meer kool, uien, wortelen, rapen en prei.

Specerijen en kruiden: Specerijen en kruiden werden gebruikt om smaak aan voedsel toe te voegen en werden als waardevolle goederen beschouwd. Veel voorkomende kruiden waren peper, kaneel, nootmuskaat, kruidnagel en gember. Kruiden zoals rozemarijn, tijm, peterselie en munt werden ook gebruikt.

Zoete gerechten: Zoete gerechten werden genoten als dessert of tussendoortje. Veel voorkomende zoete gerechten waren taarten, taarten, custards en gekonfijt fruit. Honing en suiker werden als zoetstoffen gebruikt.

Het is belangrijk op te merken dat de beschikbaarheid van voedselproducten kan variëren, afhankelijk van het seizoen en de regio waar de Capulets woonden.