Waar bewaarden mensen lang geleden hun voedsel?

Mensen gebruikten lang geleden verschillende methoden om voedsel op te slaan, waaronder:

- Ondergrondse opslag: Mensen groeven ondergrondse putten, kelders of grotten om voedsel koel en droog te houden. Deze methode was vooral effectief voor het bewaren van wortelgroenten, fruit en andere bederfelijke artikelen.

- IJsopslag: In koudere klimaten gebruikten mensen ijs om voedsel koud te houden. Ze sloegen het voedsel op in een natuurlijke ijsgrot, of ze creëerden hun eigen ijs door water in vijvers of rivieren te bevriezen.

- Zouten: Zouten was een gebruikelijke methode voor het conserveren van vlees, vis en groenten. Het zout zou het water uit het voedsel halen, waardoor de groei van bacteriën wordt voorkomen.

- Roken: Roken was een andere manier om vlees en vis te conserveren. De rook zou een droge, ruwe omgeving creëren die het voor bacteriën moeilijk maakte om te overleven.

- Gisting: Fermentatie was een proces waarbij voedsel werd geconserveerd door de suikers in het voedsel om te zetten in alcohol of zuur. Deze methode werd gebruikt om zuurkool, augurken en ander gefermenteerd voedsel te maken.

- Drogen: Drogen was een gebruikelijke manier om fruit, groenten en vlees te conserveren. Het voedsel werd in dunne reepjes gesneden en vervolgens in de zon of boven een vuur gehangen om te drogen.

- Bewaren in potten of containers: Mensen bewaarden voedsel ook in potten, vaten of andere containers om het te beschermen tegen ongedierte en de elementen.